Israël brak op met alles wat hij had, en hij kwam in Berseba; daar bracht hij offers aan de God van zijn vader Izak. En God sprak tot Israël door nachtelijke visioenen en zei: Jakob! Jakob! En hij zei: Zie, hier ben ik. En Hij zei: Ik ben God, de God van uw vader; wees niet bevreesd om naar Egypte te trekken, want Ik zal u daar tot een groot volk maken. Ik zal met u meetrekken naar Egypte en Ik zal u ook zeker doen terugkeren; en Jozef zal uw ogen sluiten. Toen stond Jakob op en vertrok uit Berseba, en de zonen van Israël vervoerden hun vader Jakob, hun kleine kinderen en hun vrouwen op de wagens die de farao gestuurd had om hem te vervoeren. Hun vee en hun bezittingen die zij in het land Kanaän verworven hadden, namen zij mee; en zij kwamen in Egypte aan, Jakob en heel zijn nageslacht met hem. Zijn zonen en zijn kleinzonen met hem, zijn dochters, zijn kleindochters en heel zijn nageslacht bracht hij met zich mee naar Egypte. Genesis 46:1-7 HSV
Israël breekt op en hij brengt offers aan God. God spreekt tot Jakob en bemoedigd hem en neemt de vrees voor het naar Egypte trekken weg. Waarom was er vrees bij Jakob? Zijn zoon was immers onderkoning. Hij had ontzettend veel macht. God geeft Jakob de belofte dat Jozef hem de ogen zal doen sluiten. God had Jakob een belofte gegeven over het land Kanaän.
Uw nageslacht zal talrijk zijn als het stof van de aarde en u zult zich uitbreiden naar het westen, het oosten, het noorden en het zuiden. In u en uw nageslacht zullen alle geslachten van de aardbodem gezegend worden. En zie, Ik ben met u, Ik zal u beschermen overal waar u heen zult gaan, en Ik zal u terugbrengen in dít land, want Ik zal u niet verlaten, totdat Ik gedaan heb wat Ik tot u gesproken heb Genesis 28:14-15 HSV
Verder zei God tegen hem: Ik ben God, de Almachtige. Wees vruchtbaar en word talrijk. Een volk, ja, een menigte van volken zal uit u ontstaan; koningen zullen uit uw lichaam voortkomen. Dit land, dat Ik Abraham en Izak gegeven heb, dat zal Ik aan u geven; en aan uw nageslacht na u zal Ik dit land geven. Genesis 35:11-12 HSV
Als God iets beloofd dan doet Hij dat want Hij is de Trouw zelve. Dat is Zijn karakter. Alleen de invulling van Zijn woorden in ons leven kunnen totaal ingaan tegen onze eigen gedachten. In Genesis 28 vlucht Jakob voor zijn broer Ezau en krijgt hij een droom en de belofte dat God hem zal doen terugkeren in dit land. Na de hereniging met Ezau in Genesis 35 wordt de belofte door God wederom gedaan dat Jakob en zijn nageslacht het land zullen ontvangen. En dan krijg je in nachtelijke visioenen te horen dat je niet bevreesd moet zijn om naar Egypte te trekken. God belooft Jakob ook dat hij Jakob in Egypte talrijk zal maken. Er staat hier ook nachtelijke visioenen, dus meervoud. De farao kreeg 2 dromen en Jakob geeft aan dat de dromen dezelfde betekenis hebben (Genesis 41:25). De reden waarom het 2x is, is omdat de zaak bij God vaststaat (Genesis 41:32). Zo ook de belofte in de nachtelijke visioenen van God aan Jakob.
Je kan zeggen dat de woorden van God tegenstrijdig lijken maar God is God en geen mens. God wist dat Mozes zou komen en Jozua die het volk Israël het land binnen zou brengen. God wist dat het volk 400 jaar onderdrukt zou worden (Genesis 15:13). Er zouden kinderen vermoord worden, een verschrikkelijke onderdrukking zou komen over Israël en toch zegt God dit tegen Jakob. Het is ook uitgekomen. Het volk vermenigvuldigde zich in Egypte (Exodus 1:7). En God deed de belofte aan Jakob gestand door het volk terug te brengen naar het land.
Het kan in je persoonlijk leven soms net zo voelen maar als je ziet op Jezus alleen dan ga je Gods Hand in alles zien. Je hebt dan een ontzettend rijk leven omdat je net zoals Jozef het geestelijk bekijkt en niet vleselijk. Abraham kreeg de belofte dat hij een zoon zou krijgen, hij kreeg Izak. En toen Izak een jonge volwassene was vroeg God Abraham Izak te offeren. Abraham gehoorzaamde omdat hij wist dat God Izak uit de doden op kon wekken. (Hebreeën 11:17-18). En dan zegt God dat Abraham Izak niet hoeft te offeren en God voorziet zelf in een offer. Een fundamentalist had Izak alsnog geofferd. U heeft gezegd dat dus ik doe het. Maar zo werkt het niet. Het gaat hierom, dat jij jouw wil op het altaar legt. Dat je verbroken wordt om niet voor jezelf te leven, wat zonde is, maar alleen nog maar voor Jezus Christus tot eer en glorie van De Vader. De volharding moet volkomen doorwerken.
Wie oren heeft, laat hij horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Aan wie overwint, zal Ik van het verborgen manna te eten geven, en Ik zal hem een witte steen geven met op die steen een nieuwe naam geschreven, die niemand kent dan wie hem ontvangt. Openbaring 2:17 HSV
De verliezer wordt een winnaar, de kleinste de grootste, de laagste de hoogste. Daar zit de overwinning en je ontvangt een nieuwe naam, net zoals Jakob de naam Israël kreeg. Ons leven kan soms alle kanten opgaan maar Jezus is Heer in alles en Hij zal ons leiden tot onze laatste adem hier op aarde. En dan wacht ons de eeuwige vreugde en zaligheid. Alle tranen worden van de ogen afgewist. Er zal geen dood, verdriet of pijn meer zijn.
Jakob stuurde Juda vóór zich uit naar Jozef om hem de weg te laten wijzen naar Gosen. Toen zij in het land Gosen aangekomen waren, spande Jozef zijn wagen in en ging naar Gosen, zijn vader Israël tegemoet. Toen hij voor hem verscheen, viel hij hem om de hals en huilde hij lange tijd aan zijn hals. Toen zei Israël tegen Jozef: Nu kan ik sterven, nu ik jouw gezicht weer gezien heb, want je leeft nog. Genesis 46:28-30 HSV
God herstelt alles en Jozef ziet zijn vader na lange tijd terug. Een logische reactie na jaren van scheiding. Vele jaren van ballingschap voor Jozef en nu wordt de familie herenigd. Er komt een dag van hereniging tussen Yeshua en Zijn volk Israël. En wij zullen met Hem zien dat gans Israël behouden zal worden.
Daarop zei Jozef tegen zijn broers en tegen het huis van zijn vader: Ik ga het aan de farao vertellen. Ik zal tegen hem zeggen: Mijn broers en het huis van mijn vader, die in het land Kanaän woonden, zijn naar mij toe gekomen. De mannen zijn herders van kleinvee, want zij zijn altijd veehouders geweest. Zij hebben hun kleinvee en hun runderen, en alles wat zij hebben, meegebracht. Wanneer het zal gebeuren dat de farao u roept en vraagt: Wat is uw beroep? dan moet u zeggen: Uw dienaren zijn altijd veehouders geweest, van onze jeugd af aan tot nu toe, zowel wij als onze vaderen. Dan zult u in de landstreek Gosen mogen wonen, want elke herder van kleinvee is voor de Egyptenaren een gruwel. Genesis 46:31-34 HSV
Jozef zorgt ervoor dat zijn familie een rustig leven kan leven in het beste land van Egypte. Afgezonderd van de Egyptenaren. Hoewel het Joodse volk verspreid was over de ganse aarde hebben ze hun gebruiken en ijver nooit losgelaten. Een eigen gerechtigheid brengt je niet in het Koninkrijk van God, alleen het geloof in Jezus Christus. Maar het Joodse volk is altijd het Joodse volk gebleven temidden van alle andere volken. Ze zijn nooit geheel opgegaan in de massa. Er is er 1 die ons doet neerliggen in grazige weiden.
De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets. Hij doet mij neerliggen in grazige weiden, Hij leidt mij zachtjes naar stille wateren. Hij verkwikt mijn ziel, Hij leidt mij in het spoor van de gerechtigheid, omwille van Zijn Naam. Psalm 23:1-3 HSV
Het land Egypte, dat ligt voor u open. Laat uw vader en uw broers in het beste deel van het land wonen; ze mogen in de landstreek Gosen wonen. En als u merkt dat er onder hen bekwame mannen zijn, stel die dan aan tot opzichters over het vee dat mij toebehoort. Genesis 47:6 HSV
De farao geeft het beste stuk land aan de familie van Jozef. Waar mogelijk mogen opzichters worden over het vee dat de farao toebehoort. De farao wordt gezegend door Jakob en Jozef onderhoud zijn familie. Ook in de dagen van hun vreemdelingschap waren de Joden tot zegen voor de volken. Toen de pest uitbrak in Europa en vele stierven waren daar Joden die zich hielden aan de wet van God en door de hygiëne in acht te nemen veel minder last hadden van de ziekte dan degenen die zich er niet aan hielden. Dat was een zegen, althans dat had het kunnen zijn, als de mensen dit overgenomen hadden. Maar in plaats daarvan vond er een verschrikkelijke vervolging plaats tegen de Joden.
Ook nu de Joden weer terug zijn in het land Israël zijn ze onder andere Europa tot zegen met gas dat geleverd wordt. Ook op andere vlakken is Israël tot zegen geweest voor andere volken. Alleen ook nu wordt Israël vervolgd door de Verenigde Naties met talloze resoluties die tegen Israël worden aangespannen. Voor vele Joden is het land Israël het land waar zij thuishoren. Het is land waar ze naar verlangen en het is de woonplaats die God voor hen aangewezen heeft. Ook bij Jakob was dit verlangen naar het land.
Jakob leefde nog zeventien jaar in het land Egypte, zodat de dagen van Jakob, de jaren van zijn leven, honderdzevenenveertig jaar waren. Toen de dagen voor Israël naderbij kwamen dat hij zou sterven, riep hij zijn zoon Jozef en zei tegen hem: Als ik toch genade in jouw ogen gevonden heb, leg dan toch je hand onder mijn heup en zweer dat je mij goedertierenheid en trouw zult bewijzen. Begraaf mij toch niet in Egypte, maar laat mij bij mijn vaderen liggen. Daarom moet je mij uit Egypte vervoeren en mij in hun graf begraven. Hij zei: Ík zal overeenkomstig uw woorden handelen. Hij zei: Zweer het mij. En hij zwoer het hem. Toen boog Israël zich neer aan het hoofdeinde van het bed. Genesis 47:28-31 HSV
Het verhaal begon toen Jozef 17 jaar oud was en Jakob zou nog 17 jaar bij Jozef zijn voordat hij zou sterven. Jakob laat Jozef zweren dat hij Jakob zal begraven in het land Kanaän en niet ergens anders. Voor een Jood is dat land, Israël, zo’n onderdeel van Joods zijn. Zonder het land is het niet compleet. Daarom is er zo’n strijd, ten eerste omdat de Joden Gods volk zijn en dat altijd zullen blijven. Wij zijn in Christus toegevoegd maar nooit in de plaats van gekomen. Ten tweede is het land Gods land dat beloofd is aan de Joden. En juist daarom is er zo’n strijd om het land. En toen Israël geboren werd in 1948 werd het vervolgd van alle kanten. Maar Gods Hand was daarin zodat de Joden niet de zee in werden gedreven.
En Israël zei tegen Jozef: Ik had niet gedacht je gezicht ooit nog te zien, maar zie, God heeft mij zelfs je nageslacht laten zien. Genesis 48:11 HSV
God is rijk aan goedertierenheid. Jakob zegent de zonen van Jozef. Jakob zegent zijn andere zoons. Jakob sterft uiteindelijk en er wordt grote rouw bedreven, Jakob zijn lichaam wordt in 40 dagen gebalsemd (Genesis 50:3). Jozef houdt zich aan zijn belofte en begraaft zijn vader in het land Kanaän.
Jozef zei daarop tegen hen: Wees niet bevreesd, want sta ik soms op de plaats van God? Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden. Nu dan, wees niet bevreesd. Ikzelf zal jullie en jullie kleine kinderen onderhouden. Zo troostte hij hen en sprak hij naar hun hart. Genesis 50:19-21 HSV
Na de dood van Jakob vrezen de broers van Jozef alsnog dat hij wraak zal nemen. Als hij ons haat zeggen ze (Genesis 50:1) Jozef vergeldt geen kwaad met kwaad hoe kon hij ook het was immers Gods plan, alles wat hem overkomen was. Als je plek bij God is dan kun je het grootste onrecht dragen zonder daar boos over te worden. Dat is een hele moeilijke les en het gaat met vallen en opstaan maar de les is wel te leren. Uiteindelijk komen ook Jozef zijn aardse jaren tot een einde.
En Jozef zei tegen zijn broers: Ik ga sterven, maar God zal zeker naar jullie omzien en jullie uit dit land laten trekken naar het land dat Hij gezworen heeft aan Abraham, Izak en Jakob. En Jozef liet de zonen van Israël zweren: God zal zeker naar jullie omzien en dan moeten jullie mijn beenderen vanhier meenemen. En Jozef stierf toen hij honderdtien jaar oud was; ze balsemden hem en men legde hem in een kist, in Egypte. Genesis 50:24-26 HSV
Jozef sterft eerder dan zijn broers. Jozef leefde veel langer in Egypte dan in Kanaän en toch had hij net als zijn vader het besef dat zijn thuisland Kanaän was, Israël. Mozes nam uiteindelijk de beenderen van Jozef met zich mee (Exodus 13:19). In deze tijd was Jezus nog bij zijn Vader in de Hemel. De enige plek op aarde waar de enige echte God gevonden kon worden was in Israël. Het volk, de natie Israël was de plek waar ook een heiden in de tempel God mocht ontmoeten. Rachab de hoer was een heidense vrouw die de verspieders verborg en daarmee haar leven en dat van haar familie redde. Door het hele Oude Testament lees je over de Here Jezus en over Gods heilsplan. Wij leven in de tijd na de opstanding van de Zoon van God, Jezus Christus. Wij leven in een tijd dat de dood is overwonnen.
Laat uw hart niet in beroering raken; u gelooft in God, geloof ook in Mij. In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben. En waar Ik heen ga, weet u, en de weg weet u. Johannes 14:1-4 HSV
Jezus bereidt een plaats voor ons bij Zijn Vader. En er komt een dag dat Hij ons tot Zich zal nemen. Wij maken dus geen plaats voor Hem hier op aarde maar Hij maakt een plaats voor ons in de Hemel. En dan zullen wij zijn waar Hij is om nooit meer van Hem gescheiden te worden. Net zoals de Israëlieten verlangden naar het land zo verlangen wij naar onze plaats.
Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen. Want in deze tent zuchten wij ook, en verlangen wij er vurig naar met onze woning die uit de hemel is, overkleed te worden, 2 Korinthe 5:1-2 HSV
Ons lichaam takelt af en we mogen overkleed worden met een nieuw lichaam dat geen ouderdom, ziekte, pijn of onreinheid kent. Wij worden overkleed, volkomen. Onze bestemming is om bij Jezus te zijn en bij Hem te wonen. Zoals Jozef zijn familie onderhield al die jaren zo zal Jezus ons eeuwig onderhouden, dat doet Hij nu al maar in de hemel volkomen. Het is daarom heel logisch om te verlangen naar de Here Jezus en Zijn woning. Want als je hart uitgaat naar deze wereld en vergankelijke aarde, waarom moet Jezus dan een plaats bereiden voor je? En waarom zal Hij jou dan tot je moeten nemen als je niet wilt? Daarom waarschuwt Jezus ons niet voor niets voor de rijkdom en je verlangen ernaar. Je mag het goed hebben, je mag genieten van De Zegen die Hij jou geeft. Als je het ziet als Zegen dan zit je op goede weg. Maar bovenal moet het maar gaan om 1 iemand, Christus en die gekruisigd en opgestaan.
Het leven van Jozef is een voorbeeld voor ons allemaal. Zijn hart was gevuld met Gods liefde. Zijn verlangen ging uit naar de plaats van God. Laat dat ook jouw verlangen zijn. De weg is bereid en is open, de toegang tot die weg is door 1 iemand alleen, Jezus Christus. Aanvaard Hem als jouw persoonlijke verlosser zodat Hij woning kan maken in jou. Hij is alles waard, Hij is de Zoon van God. Alles is genade. Jezus zal ons bekleden net zoals Jakob Jozef een prachtig gewaad gaf.
Wie overwint, zal bekleed worden met witte kleren en Ik zal zijn naam beslist niet uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor Mijn Vader en voor Zijn engelen. Openbaring 3:5 HSV
Grijp het leven, grijp het eeuwige leven door Jezus Christus te aanvaarden. Ontvang het toch om niet.
Comments