De drie dienaren en hun Heer.

Want het is als iemand die naar het buitenland ging, zijn eigen dienaren bij zich riep en hun zijn bezittingen toevertrouwde. En aan de één gaf hij vijf talenten, aan de ander twee en aan de derde één, ieder naar zijn bekwaamheid, en hij reisde meteen weg. Mattheüs 25:14‭-‬15 HSV

De Here Jezus spreekt in diverse gelijkenissen over het Koninkrijk der hemelen. Veel Joden (Lukas 19:11), ook zijn discipelen, verwachtten het Messiaanse Rijk (Handelingen 1:6). De tijd zal komen dat Jezus terugkomt in al Zijn heerlijkheid met al de heilige engelen (Mattheüs 25:31). Dan zal er heerschappij gegeven worden om te heersen over deze aarde. Dan zal daar de scheiding zijn tussen de schapen en de bokken (Mattheüs 25:31-46). In Openbaring 20:4 lezen we over de heiligen die heerschappij krijgen. Het zijn de schapen die het Koninkrijk beërven. De schapen hebben barmhartigheid bewezen aan Jezus Zijn Broeders. Jezus is een Jood en Zijn broeders zijn de Joden. 

Er zullen mensen komen tot Jezus en zeggen dat ze vele krachten hebben gedaan. Dan zal Jezus openlijk tegen hen zeggen: Ik heb u nooit gekend (Mattheüs 7:21-23). De tekst die ik aanhaal in deze blog begint met het feit dat de dienaren de talenten ontvangen van de Heer. En Jezus geeft de talenten naar ieder zijn bekwaamheid. Als je deze gelijkenis leest dan zou je kunnen denken dat er carrièremogelijkheden zijn in het Koninkrijk van God. Dit vanwege het feit dat het ene talent wordt gegeven aan degene die 10 talenten heeft ontvangen. 

Ieder mens krijgt naar zijn bekwaamheid de talenten van de Here Jezus. Het is een blijk van Jezus Zijn liefde voor ons. Hij geeft ons namelijk niet iets boven ons vermogen. Hij geeft ons hetgeen wat wij aankunnen. Ook als er geheerst wordt in het 1000 jarig vrederijk (Lukas 19:17, 19). Zijn last is licht en Zijn juk is zacht (Mattheüs 11:30). Dat wil niet zeggen dat we fluitend door dit leven gaan. Het betekent dat we alle moeilijkheden door Hem en Zijn kracht door de Geest in ons aan kunnen. Tot eer van Zijn Naam. De dienaar met het ene talent had dit talent, naar zijn bekwaamheid, kunnen verdubbelen. Of er had rente over gevraagd kunnen worden. Deze dienaar echter doet niets met hetgeen Jezus Hem gegeven en toevertrouwd heeft. Hoewel hij Zijn Heer kent, kiest hij ervoor om het in de grond te stoppen. Hij heeft een dood geloof (Jakobus 2:14-26). 

Ik haalde eerder aan de tekst uit Mattheüs 7:21-23. Deze mensen hebben allerlei krachten gedaan, zelfs demonen uitgedreven. En toch kent de Here Jezus hen niet. Ook iemand die veel werken doet, zogenaamd voor de Here Jezus, kan zijn talent in de grond stoppen. Wat deze mensen doen is hun eigen werken voorop zetten en de talenten die ze ontvangen hadden niet gebruiken. Ze kozen voor hun eigen wil en niet voor Gods Wil. Verbroken te worden gaat niet zonder pijn. Saul koos zijn eigen wil te doen. Het leek allemaal mooi en vroom maar het was zonde der tovenarij. Hij was religieus. David was een man naar Gods hart. Hij koos voor Gods wil en hij deed de werken Gods. Hij was niet zonder zonde, dat is geen enkel mens, maar boven alles wilde hij Zijn God dienen. Dat is het gebruik maken van de talenten die God in je hart legt. 

De dienaar van het ene talent had vrees voor Jezus. Dat betekent dat hij geen liefde had voor Jezus (1 Johannes 4:18). En met de vrees komt de straf en deze dienaar werd gestraft. Jezus heeft alle heerschappij en Hij is volkomen rechtvaardig. Omdat Hij alle heerschappij heeft maait Hij, ook waar Hij niet gezaaid heeft (Mattheüs 25:26). Wij ontvangen allemaal hetzelfde loon. Let op dat de dienaar van 10 en 4 talenten allebei hetzelfde loon ontvangen:

Zijn heer zei tegen hem: Goed gedaan, goede en trouwe dienaar, over weinig bent u trouw geweest, over veel zal ik u aanstellen; ga in, in de vreugde van uw heer. Mattheüs 25:23 HSV

Al ben je over weinig trouw, dan zul je het loon krijgen, je gaat in tot de vreugde van jouw Heer. En trouw ben je door de liefde. Niet de liefde van de wereld maar de liefde van God die in onze harten is uitgestort (Romeinen 5:5). Paulus heeft heel veel geschreven, ook over de genadegaven (1 Korinthe 12:12-31). Hij eindigt met de weg die dit alles nog overtreft. En dan volgt 1 Korinthe 13, de liefde. En die liefde is in onze harten uitgestort. Een talent dat is uitgedeeld en het is de meeste, meer dan het geloof en de hoop (1 Korinthe 13:13).

God is liefde evenals Zijn Zoon. Jezus is het waard om alles voor over te hebben, om alles schade te achten, alles voor Jezus Christus. Jezus is onze toegang tot de eeuwige vreugde en zaligheid. In het Nieuwe Jeruzalem, in de nieuwe hemel en aarde is alleen nog de boom des Levens. De boom van kennis van goed en kwaad is daar niet. De keuze is immers al gemaakt. Zijn dienaren hebben Zijn talenten ontvangen en zij hebben niet hun eigen wil maar Zijn Wil gezocht en gedaan. De keuze is gemaakt om Jezus te volgen. Niet het tijdelijke maar het eeuwige (Hebreeën 11:25). Het hemelse vaderland (Hebreeën 11:16). 

Jezus is het waard, Hij is alles waard. Dank U Vader voor Uw Zoon.