top of page

Een keer in het leven van Jozef, hij wordt onderkoning.

En het gebeurde, na verloop van twee volle jaren, dat de farao droomde, en zie, hij stond aan de Nijl. En zie, uit de Nijl kwamen zeven koeien op, mooi van uiterlijk en vet van vlees, en ze graasden in het rietgras. Maar zie, na hen kwamen uit de Nijl zeven andere koeien op, lelijk van uiterlijk en mager van vlees, en ze gingen bij de andere koeien aan de oever van de Nijl staan. En de koeien die lelijk van uiterlijk en mager van vlees waren, aten de zeven koeien die mooi van uiterlijk en vet waren op. Toen werd de farao wakker. Daarna sliep hij weer in en droomde voor de tweede maal. En zie, zeven aren kwamen op in één halm, dik en mooi. En zie, daarna kwamen er zeven dunne en door de oostenwind verschroeide aren op. De dunne aren verslonden de zeven dikke en volle aren. Toen werd de farao wakker, en zie, het was een droom! En het gebeurde de volgende morgen dat zijn geest verontrust was. Hij stuurde boden en liet al de magiërs van Egypte en al zijn wijzen roepen, en de farao vertelde hun zijn droom. Er was echter niemand die hem aan de farao kon uitleggen. Genesis 41:1‭-‬8 HSV

2 volle jaren nadat de schenker Jozef vergat. De farao krijgt dromen van God. De koning van Babel deed hetzelfde als farao. Ook hij liet alle magiërs en wijzen komen alleen moesten zij zowel de droom als de uitleg geen. Als God iets geeft dan kan de duisternis het niet grijpen. Alleen de Geest openbaart dat wat van God is en daarom kan alleen een dienstknecht van God de dromen uitleggen. 


Toen zei het hoofd van de schenkers tegen de farao: Vandaag moet ik mijn zonden in herinnering brengen. De farao was indertijd erg kwaad op zijn dienaren en liet mij in hechtenis nemen in het huis van het hoofd van de lijfwacht, mij en het hoofd van de bakkers. In dezelfde nacht hadden wij allebei een droom, ik en hij; wij hadden elk onze eigen droom met zijn eigen betekenis. En er was daar een Hebreeuwse jongen bij ons, een slaaf van het hoofd van de lijfwacht. Wij vertelden ze aan hem, en hij legde onze dromen aan ons uit; aan ieder gaf hij uitleg overeenkomstig zijn droom. En zoals hij ze ons uitlegde, zo is het gebeurd: mij heeft de farao in mijn ambt hersteld en hem heeft hij opgehangen. Genesis 41:9‭-‬13 HSV

Een Hebreeuwse jongen die door de Geest van God de dromen openbaart. Een jonge jongen maar niemand schatte je gering om je jonge leeftijd, net zoals Timotheüs. Het is het begin van iets moois. 


Toen stuurde de farao boden en liet Jozef roepen. Zij haalden hem snel uit de kerker; men schoor hem, verwisselde zijn kleren, en hij kwam bij de farao. De farao zei tegen Jozef: Ik heb een droom gehad, en er is niemand die hem kan uitleggen, maar ik heb over u horen zeggen dat u, als u een droom hoort, hem kunt uitleggen. Jozef antwoordde de farao: Dat is niet aan mij, maar God zal antwoorden wat het welzijn van de farao dient. Genesis 41:14‭-‬16 HSV

Onschuldig weggevoerd, onschuldig in de kerker gezet, een schenker die hem vergeet en op de gezette tijd brengt God een ommekeer in het leven van Jozef, ook in dat van ons. Jozef heeft nog steeds zijn oog op God gericht en geeft Hem de eer in het bijzijn van de farao, de heerser van de volken (Psalm 105:20). Jozef legt de dromen uit. Er komen 7 jaren van overvloed en 7 jaren van honger. Dat zal het gehele land verwoesten. Er zal niet meer gedacht worden aan de 7 vette jaren, aan de overvloed. Het feit dat de farao de 2 dromen heeft en over hetzelfde gaan betekent dat voor God de zaak vast staat. 


Ook zal er niets meer van de overvloed te merken zijn in het land, vanwege de honger die daarna zal komen, want die zal zeer zwaar zijn. Dat de farao deze droom twee keer gekregen heeft, is omdat de zaak bij God vaststaat en God Zich haast om die uit te voeren. Nu dan, laat de farao naar een verstandige en wijze man uitzien en die over het land Egypte aanstellen. Laat de farao het volgende doen: Laat hij opzichters over het land aanstellen en tijdens de zeven jaren van overvloed het vijfde deel van de opbrengst van het land Egypte opeisen. Laten zij alle voedsel van deze komende goede jaren bijeenbrengen en op last van de farao het koren opslaan, als voedsel in de steden, en dat bewaren. Dan zal dat voedsel als voorraad dienen voor het land in de zeven jaren van honger die in het land Egypte zullen komen, zodat het land niet van honger omkomt. Genesis 41:31‭-‬36 HSV

De droom wordt uitgelegd en de raad van God wordt gegeven aan de farao. Stonden maar meer leiders open voor deze raad. Ik weet zeker dat deze vergankelijke aarde en schepping er desondanks heel anders uit zouden zien. Jozef adviseert vanuit Gods Geest om ⅕ deel op te slaan en de opzichters moeten per stad erop toezien dat dit gedaan wordt. 


Deze woorden waren goed in de ogen van de farao en in de ogen van al zijn dienaren. Daarom zei de farao tegen zijn dienaren: Zouden wij ooit iemand kunnen vinden als deze man, in wie de Geest van God is? Daarop zei de farao tegen Jozef: Aangezien God u dit alles heeft bekendgemaakt, is er niemand zo verstandig en wijs als u. U zult zelf over mijn huis gaan en heel mijn volk zal uw bevel eerbiedigen; alleen wat de troon betreft, zal ik meer aanzien hebben dan u. Verder zei de farao tegen Jozef: Zie, ik stel u hierbij aan over heel het land Egypte. Toen nam de farao zijn ring van zijn hand en deed hem aan Jozefs hand; hij liet hem kleren van fijn linnen aantrekken en hing een gouden keten om zijn hals. Hij liet hem rijden op de tweede wagen die hij had, en ze riepen voor hem uit: Kniel! Zo stelde hij hem aan over heel het land Egypte. De farao zei tegen Jozef: Ik ben de farao, maar zonder uw goedvinden zal in heel het land Egypte niemand zijn hand of zijn voet optillen. De farao gaf Jozef de naam Zafnath Paäneah en gaf hem Asnath, de dochter van Potifera, een priester uit On, tot vrouw. En Jozef vertrok en reisde het land Egypte door. En Jozef was dertig jaar oud, toen hij bij de farao, de koning van Egypte, in dienst trad. Toen ging Jozef bij de farao weg en trok heel het land Egypte door. Genesis 41:37‭-‬46 HSV 

Jozef was 30 jaar oud. Hij was 17 in Genesis 37. Ongeveer 13 jaar was hij gescheiden van zijn vader en zijn broer Benjamin en zijn overige (half)broers. Een periode van 13 jaar van zegen maar ook onterechte gevangenschap, van lijden en louteren. En nu is het moment daar dat Jozef wordt verhoogd door God middels de farao. Jozef krijgt de gehele macht die de farao heeft alleen de troon maakt het verschil. Een zeer wijze farao die wel luistert naar de Geest van God. Hij erkent ook dat de Geest van God in Jozef woont. Hij zegt niet zoals Nebukadnessar de geest van de heilige goden (Daniel 4:8) maar de Geest van God. Ik denk dat de farao heel goed wist wie hij tegenover zich had staan. In Egypte was ontzettend veel afgoderij. Er waren magiërs in dienst van de farao. Er waren afgoden, en een dochter van de priester uit On wordt Jozef zijn vrouw, Asnath. Asnath betekent, behorend aan Neith (een Egyptische godin). On betekent kracht / sterkte; rijkdom. Je ziet dus temidden van al die afgoderij dat God doorgaat met zijn plan voor Jozef en zijn familie, Israël. Gods Aanwezigheid kent geen grenzen en Hij betoont Zich door Zijn knechten. 


De naam die farao geeft aan Jozef, Zafnath Paäneah, betekent waarschijnlijk, verlosser van de eeuw / wereld of uitlegger van verborgenheden. Wie is de verlosser aller eeuwen? Dat is Jezus Christus. Wie heeft het de geheimenissen van het Koninkrijk van God geopenbaard? Dat is wederom Gods Zoon Jezus Christus. Jozef krijgt een gouden ring en ontvangt eer. Alles wordt aan hem onderworpen en niemand zal zonder zijn goedvinden zijn hand of zijn voet optillen. Jezus heeft net zoals Jozef alles opgegeven en uiteindelijk zijn eigen leven. Zijn Vader, God, heeft Hem verhoogd en Hem alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Wie in Hem gelooft ontvangt het levende brood en die in Hem gelooft zal geen honger lijden. 


Het land bracht in de zeven jaren van overvloed bij handen vol op, en hij bracht al het voedsel van de zeven jaren dat in het land Egypte was, bijeen en sloeg het voedsel op in de steden; het voedsel van de akkers van elke stad, die eromheen lagen, sloeg hij binnen die stad op. Jozef sloeg zeer veel koren op, als zand van de zee, totdat men ophield met tellen, want er was geen tellen meer aan. Nog voor er een jaar van honger kwam, werden bij Jozef twee zonen geboren, die Asnath, de dochter van Potifera, een priester uit On, hem baarde. Jozef gaf de eerstgeborene de naam Manasse. Want, zei hij, God heeft mij al mijn moeite en heel mijn familie doen vergeten. De tweede gaf hij de naam Efraïm. Want, zei hij, God heeft mij vruchtbaar doen worden in het land van mijn verdrukking. Toen eindigden de zeven jaren van overvloed die er in het land Egypte geweest waren, en begonnen de zeven jaren van hongersnood te komen, zoals Jozef gezegd had. Er was honger in alle landen, maar in heel het land Egypte was brood. Toen ook heel het land Egypte honger kreeg, schreeuwde het volk bij de farao om brood, en de farao zei tegen alle Egyptenaren: Ga naar Jozef en doe wat hij u zegt. Toen er honger in heel het land was, opende Jozef alle korenschuren en verkocht koren aan de Egyptenaren, want de honger werd sterk in het land Egypte. Uit alle landen kwamen ze in Egypte bij Jozef koren kopen, want de honger was in alle landen sterk. Genesis 41:47‭-‬57 HSV

Er was ontzettend veel koren, de oogst was enorm, als het zand der zee. Het werd allemaal ingezameld. Jozef krijgt in de 7 jaren van overvloed 2 zoons en eert God. Ondanks alles wat hem overkomen is weet hij nog steeds wie God is. Er is geen verbittering. Na de zeven jaren komen de jaren van hongersnood. Het is als het jubeljaar alleen hier kon niet geoogst worden omdat er geen oogst was. 


En wanneer u zegt: Wat moeten wij in het zevende jaar eten? Zie, wij mogen niet zaaien en onze opbrengst niet inzamelen! – dan zal Ik Mijn zegen over u in het zesde jaar gebieden, zodat het een opbrengst geeft, genoeg voor drie jaar, zodat u het achtste jaar opnieuw kunt zaaien, terwijl u van de oude opbrengst kunt eten tot het negende jaar toe. Tot de nieuwe opbrengst van het land binnenkomt, kunt u van de oude eten. Leviticus 25:20‭-‬22 HSV

God gebood Zijn Zegen door de overvloed van de 7 jaren van overvloed. En als zelfs de honger in Egypte daar is en de mensen schreeuwen tot de farao is zijn antwoord kort maar krachtig, ga naar Jozef en luister naar alles wat hij zegt. Er was in Egypte nog brood toen er al honger was bij de andere landen maar uiteindelijk was er ook honger in Egypte. Het ⅕ deel wat Jozef had opgeslagen was gezegend door God en het was vele malen groter. Het kon niet alleen de Egyptenaren voeden maar ook alle landen. Er komt een tijd dat Jezus zal regeren in Israël en dat de kennis van God deze aarde zal overspoelen. Dat zal zijn in het 1000 jarige vrederijk waarin Jezus regeert vanuit Jeruzalem. Mensen zullen optrekken naar Jeruzalem voor het Levende Woord, Jezus. Dan zal er geen honger meer zijn. En de mensen zullen luisteren naar Zijn stem. 


De 7 magere jaren van de 7 magere koeien en de verschroeide aren door de oostenwind. In de Bijbel staat de oostenwind vaak voor oordeel en rampen en ook in dit geval kwam er een ramp van 7 jaren. Als dat in deze tijd zou gebeuren dan zouden we niet meer weten waar we het zoeken moesten. Elk nieuwskanaal zou schreeuwen dat de klimaatverandering zijn tol begint te eisen. Allerhande maatregelen zouden doorgevoerd worden. Alles voor het klimaat en om de mensheid nog enigszins te redden. God is Heer en Zijn Heerschappij is aan Zijn Zoon gegeven dus ook het klimaat. Het is niet aan ons om het klimaat te redden. Jezus redt ons uit al onze benauwdheden niet ons eigen handelen. De klimaat religie is vals alleen het geloof in de Zoon van God, Jezus is waar. 


Jozef zijn zoon Manasse (betekenis: hij die doet vergeten) heeft Jozef zijn familie doen vergeten maar God heeft zijn familie niet vergeten. Hoe dat verder gaat kun je lezen vanaf Genesis 42 en hier ga ik in de volgende post verder op in.

Comments


Blijf op de hoogte

Volg Schat in aarden vaten

Blijf op de hoogte van nieuws en blogs via Telegram, het WhatsApp kanaal of via Twitter. 

bottom of page