top of page

Geduld is een heilige zaak

Maar Petrus stond op en snelde naar het graf en toen hij zich vooroverboog, zag hij alleen de linnen doeken liggen. En hij ging weg en verwonderde zich over wat er gebeurd was. En zie, twee van hen gingen op diezelfde dag naar een dorp dat zestig stadiën van Jeruzalem verwijderd was en waarvan de naam Emmaüs was. Lukas 24:12‭-‬13 HSV

De Emmaüsgangers. Twee mannen die bedroefd waren en ongelovig. Jezus deed nooit zomaar iets. Niets was toeval of dankzij een samenloop van omstandigheden. Alles wat Hij deed en doet is in volkomen harmonie met Zijn Vader en de Heilige Geest. Het is de 3 éénheid die door niets of iemand verbroken kan worden. Een heerlijke zekerheid. Waarom gaat Jezus na zijn opstanding nu naar deze 2 mensen toe? Wat is de gedachte hierachter? Het antwoord vinden we in Lukas.


En zie, Ik doe de belofte mijns Vaders op u komen. Maar gij moet in de stad blijven, totdat gij bekleed wordt met kracht uit den hoge. Lukas 24:49 HSV

Ze moesten in de stad Jeruzalem blijven de discipelen en die met hen waren. Dus niet ergens anders. Als de Heer spreekt is Hij duidelijk. Jezus beval zijn discipelen in Matteüs 8:18 dat ze naar de overkant moesten gaan. Dat betekent dat je dus ook aan de overkant komt ongeacht de storm. Jezus belooft ons het eeuwige leven als we in Hem geloven, daar hoef je dus niet aan te twijfelen. Waarom moesten ze toch in Jeruzalem blijven waarom daar? 


En toen de Pinksterdag aanbrak, waren allen tezamen bijeen. En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, waar zij gezeten waren; en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur, die zich verdeelden, en het zette zich op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken. Nu waren er Joden te Jeruzalem woonachtig, vrome mannen uit alle volken onder de hemel; en toen dit geluid gekomen was, liep de menigte te hoop en verbaasde zich, want een ieder hoorde hen in zijn eigen taal spreken. En buiten zichzelf van verwondering zeiden zij: Zie, zijn niet al dezen, die daar spreken, Galileeërs? En hoe horen wij hen dan een ieder in onze eigen taal, waarin wij geboren zijn? Parten, Meden, Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kapadocië, Pontus en Asia, Frygië en Pamfylië, Egypte en de streken van Libië bij Cyrene, en hier verblijvende Romeinen, zowel Joden als Jodengenoten, Kretenzen en Arabieren, wij horen hen in onze eigen taal van de grote daden Gods spreken. En zij waren allen buiten zichzelf en geheel met de zaak verlegen, en zij zeiden de een tot de ander: Wat wil dit toch zeggen? Maar anderen zeiden spottend: Zij hebben te veel zoete wijn gehad! Handeling 2:1-13 HSV

Het was druk in Jeruzalem. Er waren ontzettend veel mensen in Jeruzalem. De plek was goed en de tijd was goed. Vanuit Jeruzalem is het begonnen, het zal daar ook eindigen. Als de Heer iets van ons vraagt dan is het niet makkelijk. Maar het wachten, het oefenen van geduld, dat is moeilijk. Dan komt het op vertrouwen aan. Je kan van alles doen een mens is daar zeer bedreven in, maar wachten, dat is pas echt moeilijk. Als God iets belooft dan doet Hij dat. Hij houdt zich altijd aan Zijn Woord. En Zijn Woord staat vol met beloftes. Wij mensen helpen God graag een handje, het is het domste wat je kan doen. God heeft onze hulp niet nodig, wij hebben juist al Zijn Hulp nodig. 


Toen het volk zag dat het lang duurde voor Mozes van de berg afdaalde, kwam het volk bijeen bij Aäron, en zij zeiden tegen hem: Sta op, maak voor ons goden die vóór ons uit gaan, want die Mozes, de man die ons uit het land Egypte geleid heeft – wij weten niet wat er met hem gebeurd is. En Aäron zei tegen hen: Ruk de gouden ringen die uw vrouwen, uw zonen en uw dochters in hun oren hebben, af, en breng ze bij mij. Toen rukte heel het volk de gouden ringen die ze in hun oren hadden, af en zij brachten ze bij Aäron. Hij nam ze van hen aan, hij bewerkte ze met een graveerstift en maakte er een gegoten kalf van. Toen zeiden zij: Dit zijn uw goden, Israël, die u uit het land Egypte geleid hebben. Exodus 32:1‭-‬4 HSV

Ze moesten wachten op Mozes, dat was de opdracht. Wachten, niet meer. Maar het duurde te lang. En er werd een afgod gemaakt en dat waren hun goden geworden. God werd verworpen en een andere god werd gekozen. 


Maar Sarai, de vrouw van Abram, had hem geen kinderen geschonken. Nu had zij een Egyptische slavin, van wie de naam Hagar was. Daarom zei Sarai tegen Abram: Zie toch, de HEERE heeft mijn baarmoeder gesloten, zodat ik geen kinderen kan krijgen. Kom toch bij mijn slavin; misschien zal ik uit haar nageslacht krijgen. En Abram luisterde naar de stem van Sarai. Genesis 16:1‭-‬2 HSV

God had Abram een zoon beloofd (Genesis 15:4). Maar het duurde lang voordat de belofte werd vervuld maar lang duren betekent niet dat het niet gebeurt. God houd zich aan Zijn Woord. Abram kreeg een zoon Izak. 


Verder zei God tegen Abraham: U moet uw vrouw Sarai niet meer Sarai noemen, maar haar naam zal Sara zijn. Want Ik zal haar zegenen, en u ook uit háár een zoon geven; ja, Ik zal haar zo zegenen dat zij tot volken zal worden; er zullen koningen van volken uit haar voortkomen. Toen wierp Abraham zich met zijn gezicht ter aarde en lachte. Hij zei in zijn hart: Zal bij een honderdjarige een kind geboren worden en zal Sara, die negentig jaar is, baren? En Abraham zei tegen God: Och, zou Ismaël voor Uw aangezicht mogen leven! God zei: Integendeel, uw vrouw Sara zal u een zoon baren en u moet hem de naam Izak geven. Ik zal Mijn verbond met hem maken, tot een eeuwig verbond voor zijn nageslacht na hem. Genesis 17:15‭-‬19 HSV

Stel je voor dat Ismaël degene was geweest. Dan was er stof tot roemen geweest. God heeft ons niet nodig wij hebben Hem nodig. Het is uit Hem dat de belofte van de zoon vervuld werd en in Genesis is het Izak. Maar God zou nog Iemand sturen, namelijk Zijn eigen Zoon, de Zoon van de belofte. Hij is onze Verlosser en Hij maakt ons waarlijk vrij, de Zoon van God. 


Dit moet u allereerst weten, dat er in het laatste der dagen spotters zullen komen, die naar hun eigen begeerten zullen wandelen en zeggen: Waar is de belofte van Zijn komst? Want vanaf de dag dat de vaderen ontslapen zijn, blijven alle dingen zoals vanaf het begin van de schepping. 2 Petrus 3:3‭-‬4 HSV

Waar blijft Jezus toch? Net zoals Mozes op de berg, wij weten niet wat er van Mozes die ons uit Egypte heeft geleid geworden is. Jezus leidt ons uit het slavenhuis, Hij verlost ons van onze zondige natuur en hernieuwd ons denken en vormt ons naar Zijn beeld. De Vader wacht omdat Hij niet wil dat er iemand verloren gaat. Hij geeft genade. God kan heel goed wachten Hij heeft oneindig veel geduld. God raakt nooit in paniek. Iemand die niet kan wachten is ongeduldig en wil heersen. Er zit zo’n manipulatieve macht achter om te domineren. Angst, onvrede, boosheid is te vinden bij ongeduld ze kennen elkaar allemaal heel erg goed. 


Wij mogen ons hoofd omhoog richten. We mogen zeker weten dat Jezus terugkomt. Wij moeten Hem verwachten zodat wij niet naar de wereld kijken en onszelf goden maken zoals het gouden kalf. Geen aardse rijkdom geen afgoden maar Jezus alleen. Jezus heeft beloofd dat Hij terugkomt om ons tot Hem te nemen. Het is dezelfde Jezus die zijn discipelen gebood om naar de overkant te gaan. Zo geldt het ook voor ons wij zullen van de vergankelijkheid naar de onvergankelijkheid oversteken met een eeuwig vernieuwd lichaam. 


Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten. Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont. Daarom, geliefden, terwijl u deze dingen verwacht, beijver u om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede en beschouw het geduld van onze Heere als zaligheid; zoals ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid die hem gegeven is, u geschreven heeft, zoals ook in alle brieven, wanneer hij deze dingen ter sprake brengt. Daaronder zijn sommige zaken die moeilijk te begrijpen zijn, die de onkundige en onstandvastige mensen verdraaien, tot hun eigen verderf, net als de andere Schriften. 2 Petrus 3:11‭-‬16 HSV

Waar gaat jouw verlangen naar uit? Naar deze wereld of naar Jezus? Als je naar Jezus ziet en je aandacht op Hem richt en je oog op Hem ziet dan komt het verlangen in je hart. Als je wacht op Jezus oefen je geduld en geduld is een heilige zaak. Wachten op Zijn rechtspraak, op Zijn oplossingen. Als je komt op het punt dat je leert te wachten dan kom je in het centrum te staan van Zijn wil en word je een vat tot Zijn eer, hoe heerlijk is dat. 

Comments


Blijf op de hoogte

Volg Schat in aarden vaten

Blijf op de hoogte van nieuws en blogs via Telegram, het WhatsApp kanaal of via Twitter. 

bottom of page