Ik ren met U in op een legerbende

Zo bliezen de drie groepen op de bazuinen en braken de kruiken. Met hun linkerhand hielden zij de fakkels vast en met hun rechterhand de bazuinen om daarop te blazen. En zij riepen: Het zwaard van de HEERE en van Gideon! En zij stonden rondom het kamp, ieder op zijn plaats. Toen ging heel het kamp op de loop. Ze schreeuwden het uit en vluchtten weg. Toen de driehonderd op de bazuinen bliezen, richtte de HEERE het zwaard van de een tegen de ander, en dat in heel het kamp. En het leger vluchtte naar Beth-Sitta in de richting van Zerera, tot aan de oever van Abel-Mehola, boven Tabbath. Richteren 7:20-22

Het waren 300 man verdeeld in 3 groepen. Gewapend met een bazuin en een kruik. En ze vochten tegen een overmacht. De tegenstanders waren zo talrijk als sprinkhanen (Richteren 7:12). En ondanks hun overmacht en hun kamelen waren ze gewaarschuwd tegen Wie ze het opnamen (vers 13-14). In Richteren 8 staat dat Gideon ongeveer 15.000 nog overgebleven vijanden achtervolgde, de overige 120.000 waren al gesneuveld. Een enorm groot leger binnen een dag gedecimeerd tot nog geen 10% van zijn originele omvang. 

Gideon vroeg om een teken, God sprak tot Gideon dat hij af mocht dalen als hij toch nog bevreesd was (Richteren 7:10). Er staat nergens dat God het hem kwalijk nam dat Gideon afdaalde. De Engel des HEREN (Jezus) noemde Gideon zelfs een strijdbare held (Richteren 6:12). Vanuit menselijk oogpunt zouden we zeggen dat Gideon niet dapper was. Maar ondanks zijn angsten en vragen om een teken, was hij wel gehoorzaam. Het gaat niet om ons gevoel, het gaat om ons besluit. Al spreken we stotterend en angstig en lijkt onze wandel er een van twijfel en angst, onze besluiten doen ertoe. 

Gideon zijn angst is wel menselijkerwijs ergens te begrijpen. Stel je eens voor dat je leider bent van 300 man, mannen met misschien wel gezinnen. Je vecht tegen een macht die 450x zo groot is als jouw leger. Elke generaal zal tegen je zeggen dat dit een zelfmoordmissie is die alleen maar een nederlaag tot gevolg kan hebben. En dat was precies de bedoeling. Zo kon niemand zeggen: ik heb dit door eigen werken, door eigen inzicht kunnen doen (Richteren 7:2). Gods Verlossing is zo duidelijk dat niemand anders de eer kan ontvangen dan Hij alleen. Abraham en Sara kregen een kind in hun ouderdom, Elizabeth kreeg Johannes de Doper, terwijl zij onvruchtbaar was (Lukas 1:7). Maria werd zwanger uit de Heilige Geest en zij baarde de Zoon van God. Alles is uit God, niet uit de mens geweest. Het is enkel genade. 

In ons leven kunnen wij tegenstand en moeilijkheden ondervinden. Dat kan voor iedereen iets anders zijn. Het lijkt onoverwinnelijk maar voor God is niets onmogelijk. Alles is mogelijk voor degene die gelooft. Niet een geloof in grote werken, maar een geloof in een grote God. Wij hebben die schat in aarden vaten. En als wij verbroken worden komt de geur van Christus naar buiten. Dat verbroken worden gaat niet zonder pijn, maar de Schat in ons wordt zichtbaar. Zijn Overwinning wordt zichtbaar. Gideon zijn geloof leek misschien niet zo groot, maar schijn bedriegt. Hij geloofde de grote God, de God van Israël. En hij zag de overwinning voor zijn ogen gebeuren. Gehoorzaamheid aan onze Koning kan ertoe leiden dat we soms dingen moeten doen waarvan wij zelf misschien denken: moet dat zo? Is dit wat de Heer voor mij in petto heeft? Gideon moest 300 kruiken laten breken en fakkels laten vasthouden en toen kwam de overwinning en zette hij de achtervolging in om het restant van het leger te vernietigen. 

Gideon rende niet als een kip zonder kop het legerkamp van de vijand binnen. Hij wist wanneer hij wat moest doen. Gehoorzaamheid is hierin de sleutel door Gods Heilige Geest. Dit jaar is nog maar net begonnen en het geweld neemt niet af maar neemt toe. Handelen in zielen zoals in het Verenigd Koninkrijk, onrust in Libanon tussen Libanon en Syrië. De islam die steeds meer opkomt en misschien wel niet te overwinnen lijkt. Weet dat wie Jezus heeft de Vader heeft. Hij die in de hemel woont, lacht om de heidenvolken die zich tegen Hem keren (Psalm 2:4). Zijn Koning zal komen over Sion, Zijn heilige berg. Laten wij de werken Gods werken en onze fakkels laten branden. Laat daarbij de olie, de Heilige Geest, onze fakkels verlichten. Zo zal de liefde onder ons zichtbaar worden en zal Gods Zoon, onze Koning, verheerlijkt worden. Hij die beloofd heeft is getrouw. Hij komt spoedig, kom Here Jezus!