Misschien is 1 Korinthe 13 wel 1 van de meest bekende stukken uit alle brieven van Paulus. Wat mijn indruk erbij is, is dat mensen dit hoofdstuk “vermenselijken”. Het wordt benaderd vanuit de mens, maar dit is niet de liefde van de mens, maar van God. Dit prachtige hoofdstuk uit de eerste Korinthe brief beschrijft hoe de liefde van God werkt. Daarbij gaat het niet om kennis of goede werken (vers 1 t/m 3 van 1 Korinthe 13), maar om onze liefde naar God toe.
Een mens kent liefde. Liefde voor je familie, vrienden en liefde voor de dingen in de wereld. Maar die liefde voor de wereld staat haaks op Gods liefde. Wie liefde voor de wereld heeft, heeft niet de liefde van de Vader (1 Johannes 2:15). Wij mensen rebelleren tegen God en de Bijbel laat dat vanaf Genesis 3 al direct zien. De liefde van God is in onze harten gelegd door de Heilige Geest (Romeinen 5:5). De keuze is aan ons, kiezen wij om ons kruis op te nemen, door onszelf te verloochenen en Jezus te volgen? Of kiezen wij voor onze eigen wil tegen Jezus in en gebruiken wij Jezus Naam om wonderen te doen? Dat zie je ook terug in de eerste 3 verzen van 1 Korinthe 13. Jezus is daar heel duidelijk over.
Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan? Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt! Mattheüs 7:21-23 HSV
Bovenstaande woorden zegt Jezus tegen de roofzuchtige wolven (Mattheüs 7:15). Wie de liefde van God niet heeft, denkt aan zichzelf en zoekt zijn eigen belang (1 Korinthe 13:5). Dan kunnen er prachtige wonderen plaatsvinden maar het blijkt allemaal wetteloosheid. Je hebt Gods Naam ijdel gebruikt en dat is tegen Gods gebod in. De God van het 1e Testament is nog altijd dezelfde God als van het 2e Testament. Er zijn mensen die anders leren en dat is verontrustend om het zacht uit te drukken.
De liefde van God is geduldig. Als je het Woord van God leest zie je hoe geduldig die liefde is met Zijn Schepping en met Zijn volk Israël. Israël werd na vele richters, koningen en profeten in ballingschap gevoerd. En de liefde van God werd niet verbitterd, en ze denkt ook geen kwaad. God bracht hen terug naar Israël. Na alle profeten stuurde Hij Zijn Zoon en de Elia die komen zou. Nadat zij het Lam Gods overgeleverd hadden om gekruisigd te worden door de Romeinen, werden de Joden weer verwijderd uit het land om op 14 mei 1948 weer terug te keren. Dit alles is een bewijs van de liefde van God die geduldig is.
De liefde van God is zo sterk dat deze volkomen zichtbaar is geworden in Zijn Zoon. God had Zijn schepping zo lief dat Hij het mooiste gaf om Zijn schepping met Hem te verzoenen. Daarvoor gaf Hij het allerbeste wat Hij had. Een liefde die onvoorwaardelijk is omdat Hij Hem gaf voor hen die niet naar Hem zochten en Hij wist dat Zijn volk Hem niet zou aannemen als De Messias (Jesaja 65:1, Romeinen 10:19-21). Maar God kijkt verder, Hij verklaart het einde vanaf het begin. Hij weet dat de dag komt dat ze zullen zien op Hem die ze doorstoken hebben.
Jezus zocht altijd en alleen maar de Wil van de Vader. Dat deed Hij uit liefde, de liefde van God. Die liefde was zo sterk dat het de dood overwon (Handelingen 2:24). Jezus zocht dus niet altijd de lieve vrede, sterker nog, de liefde van God zorgde vaak voor een directe confrontatie. Men wilde Hem stenigen (Johannes 8:59, 10:31) men wilde Hem van de steilte afwerpen (Lukas 4:29). Hij werd gehaat omdat Hij de Wil van Zijn Zender zocht (Johannes 5:30). Hoe zit het met ons? Zijn wij bereid om die liefde van God zo in ons door te laten werken dat wij daarvoor de prijs willen betalen? De liefde van God maakt namelijk dat wij onderscheid hebben. Wij zien de dingen vanuit de Heilige Geest met Gods inzicht. Dat zorgt dat wij zien wie misleidt en wie niet. We herkennen de roofgierige wolven. Dat is niet het bedenken van kwaad, het is het bedenken van het goede. We geven ons leven als een offer om Hem welgevallig te zijn, net zoals Jezus dat deed (Romeinen 12:1).
De liefde verdraagt alle dingen, dwars door alle moeilijkheden heen. Kijk maar naar Job, naar Paulus, naar Mozes, en naar de Zoon van God zelf. Hij verdroeg alles omdat Hij God, Zijn Vader, zo liefheeft. Dat betekent dus niet dat wij alles maar moeten accepteren en voor iedereen lief moeten zijn, het betekent ook niet dat we met iedereen de confrontatie op moeten zoeken. Jezus heeft ons de Trooster beloofd en Hij leert ons wat wij moeten spreken en moeten bidden. Die Trooster is de Heilige Geest. Kies dus niet voor de lieve vrede maar kies om de woorden te spreken die de Heilige Geest in je hart legt.
De liefde hoopt alle dingen en die hoop zal niet beschaamd maken. Wij, de kinderen van God door Zijn Zoon, hebben een hoopvolle toekomst. We hebben een prachtig vooruitzicht. Wij zullen voor altijd in alle liefde en heerlijkheid in Zijn Aanwezigheid zijn. Hier op aarde en straks volkomen, zonder ons zondige vlees, onze menselijke natuur. Dan zullen wij overkleed worden en wij zullen Hem zien die ons Verlost heeft. Dan zien wij geen raadselen meer, dan zien wij alles volkomen. Ja, die liefde is eeuwig en vergaat nooit.
Laat je vervullen met Gods liefde door de Heilige Geest. Leg je vlees af, je zondige natuur en wordt gedoopt met vuur. Het is de Heilige Geest die zo belangrijk is. Hij leert ons meer en meer de liefde van God in de praktijk te brengen. Door in Zijn Weg en Wil te wandelen bedroeven wij de Geest Gods niet. Dan handelen wij dus ook niet ongepast (1 Korinthe 13:5). Jezus zegt iets heel erg belangrijks in Lukas 17:10. Daar zegt Hij dat wij slechts moeten zeggen, wij hebben alleen datgene gedaan wat wij moesten doen. Dat is het in alle eenvoud. Als wij dat doen betekent dat, dat wij gewillig waren en uit liefde Zijn werken hebben gedaan. Daar draait het om, dat wij leven tot eer van Zijn Naam. Niets meer en niets minder. De liefde pronkt immers niet (1 Korinthe 13:4). De roofgierige wolven spreken niet zo, zij vertellen breed uit wat zij allemaal voor Hem gedaan hebben. En dat doen ze niet alleen voor Zijn aangezicht, ook hier op aarde.
Jezus is ons voorbeeld, Hem heb ik lief. En dat is allemaal begonnen die dag dat ik mijn knieën boog en vroeg aan Mijn Koning om in mijn hart te komen. Het was Hij die trok met Zijn koorden van liefde. En dat is de liefde van God, Mijn Vader, Mijn Schepper. Aan Hem alle eer, aan God de Vader en God de Zoon. Geprezen zij het Lam van de Allerhoogste God. Jezus kom spoedig! Dan zullen wij Uw zien van aangezicht tot aangezicht (1 Korinthe 13:12). Wat een vreugde zal dat zijn.
Comments