Loop de Heer niet voor de voeten

En Saul wachtte zeven dagen, tot het tijdstip dat Samuel bepaald had. Toen Samuel echter niet naar Gilgal kwam, begon het volk zich te verspreiden, bij hem vandaan. Toen zei Saul: Breng een brandoffer bij mij, en dankoffers; en hij offerde het brandoffer. En het gebeurde, toen hij gereed was met het brengen van het brandoffer, dat, zie, Samuel kwam. Saul ging het kamp uit hem tegemoet om hem te zegenen. 1 Samuel 13:8-10 HSV

Van een ieder aan wie veel gegeven is zal veel geëist worden en aan iemand waar veel aan is toevertrouwd zal des te meer worden gevraagd (Lukas 12:48). Leiders hebben een enorme verantwoordelijkheid, en helemaal de leider of in dit geval de koning van Israël, Saul. Saul was ongezeggelijk en trok zijn eigen plan en kwam daarmee bewust in opstand tegen de HEERE. Dat terwijl Saul zijn hart toch door God was veranderd en de Geest vaardig over Saul werd (1 Samuël 10:9-10). 

Corrie ten Boom zei het in een van haar preken. Het bloed van het Lam reinigt van alle zonden maar van geen enkel excuus. Saul beleed zijn zonde niet, sterker nog hij deed zich heel goed voor in zijn strijd tegen Amalek (1 Samuël 15). Hier in zijn strijd tegen de Filistijnen verweet hij Samuël (1 Samuël 13:11) dat hij te laat was. Saul had de keuze, wacht ik zoals Samuël gesproken had of trek ik mijn eigen plan? Hij koos helaas voor het laatste. Net na het brengen van het offer kwam Samuël. Saul had boden kunnen sturen om te kijken of Samuël onderweg was, dat deed hij helaas niet. 

Het offer moest gebracht worden dus hoe erg is het dan om dit alvast te doen zonder Samuël? Het volk liep al weg en Saul was al dik in de minderheid en daarbij had hij vrijwel geen wapentuig (1 Samuël 13:5,11,22). En met deze ongewapende minderheid moest hij een oorlog voeren tegen een veel groter tot de tanden toe bewapend en getraind leger. Menselijkerwijs was Saul bezig met een zelfmoordmissie. Dus breng dat offer nou maar. Maar als God iets zegt dan is gehoorzaamheid het belangrijkste. Samuël zei dat Saul zeven dagen moest wachten (1 Samuël 10:8), dus wacht in de zekerheid dat Samuël komt. 

Geduld is een heilige zaak en dat geldt ook voor ons. Als wij geen geduld hebben lopen wij het gevaar ons eigen plan te trekken en daarmee lopen wij de Heer voor de voeten. Dat begint in onze handel en in ons gebed. Er staat geschreven dat we uit moeten gaan dus doen we dat. Maar het begint met de vraag: Heer, wat wilt U dat ik doen zal? Dat is onderwerping en biedt ruimte aan de Heilige Geest die in ons is. Als wij Hem de ruimte geven worden wij vervuld met de Heilige Geest. En dan worden wij vaardig gemaakt zoals Saul de keuze had om vaardig gemaakt te worden. Als wij moeten wachten, loop de Heer dan niet voor de voeten. Abram had de belofte gekregen van een zoon. Zijn vrouw Sarai bedacht om via haar slavin nageslacht te krijgen en zo kwam Ismaël (Genesis 16:1-4). Daaruit kwam de vijandschap. 

Wij maken allemaal fouten en als wij deze belijden zal Hij ons die vergeven. Maar het is goed om te bedenken dat gehoorzaamheid aan Jezus door de Heilige Geest altijd boven activisme gaat. Ook als het heel spannend wordt. Saul haalde de overwinning, maar deze was niet zo groot als deze had kunnen zijn. Door zijn vloek zondigde het volk en wilde hij zijn zoon doden. Met een minderheid won Saul. Dit zagen we ook in 1948. Een minderheid die net de vernietigingskampen van Europa had overleefd kwam aan in het beloofde land. Met weinig wapens, één vliegtuig, vrijwel geen tanks en ongetraind won het Joodse volk van alle legers die haar tegelijkertijd aanvielen. 

Al zijn wij in de minderheid, al was heel het volk van Saul weggelopen, toch had God hem de overwinning gegeven. Gideon was ook in de minderheid en ook hij won van de Midianieten. 

Loop God niet voor de voeten door werken te doen die Hij niet voor jou bereid heeft. Ze lijken misschien prachtig en je ontvangt eer van mensen, maar je kan alsnog buiten Gods Wil staan. En wie daarin volhardt, zal zichzelf op de troon gaan zetten waar Jezus hoort te tronen. En niet iedereen die zal zeggen "Here Here", zal het Koninkrijk der hemelen binnengaan (Mattheüs 7:21). Onze dagen hier zijn kort in het perspectief van de eeuwigheid, maar ze maken wel degelijk uit voor de eeuwigheid. Stel je op als een dienstknecht, laat Hem wassen zodat jij minder wordt. David zondigde ook maar zijn hart was op de Here gericht. Laat dat voor jou en mij ook zo zijn. Hij de Here Jezus is dat waard, Hij is alles waard. Dat wij Zijn werken mogen werken opdat Zijn Naam verheerlijkt wordt.