Want zij zijn Uw volk en Uw eigendom, door U uit Egypte geleid, uit het midden van de ijzeroven. Laten Uw ogen dan open zijn voor de smeekbede van Uw dienaar en voor de smeekbede van Uw volk Israël, door naar hen te luisteren bij al hun roepen tot U, 1 Koningen 8:51-52 HSV
Koning Salomo bij de inwijding van de tempel. Dit is een stukje uit zijn gebed voor Gods aangezicht. Het volk was slaaf in Egypte. Ze werden verdrukt, hun kinderen werden vermoord. Ze werden zelf zwaar mishandeld. Ze riepen het uit naar God in hun ellende en Hij hoorde hen. Hun slavernij, de tijd hunner vreemdelingschap, duurde ruim 400 jaar. En dat alles deed God omdat eerder dan dat de maat der Amorieten niet vol was (Genesis 15:16). Gods wegen zijn wonderlijk, Hij is langzaam tot toorn, zelfs voor de heidense volken die hun kinderen offerden en doordrenkt waren in het occulte.
Ook nu is een deel van Gods volk in de ijzeroven, onder en boven de grond. Er zijn nog steeds ruim 100 gegijzelden in gaza, dood en levend, onder verschrikkelijke omstandigheden, minstens zo erg als in Egypte al meer dan 100 dagen. En deze mensen hebben verschrikkelijke dingen moeten zien. Sommige hebben vrienden en familie voor hun ogen gedood zien worden. Er komen steeds meer getuigenverklaringen naar boven die vertellen over de verschrikkingen die het volk moet ondergaan. Israël moet zich verantwoorden voor elke stap die zij zet. Er is zelfs een ongegronde aanklacht van genocide in het internationaal strafhog in Den Haag.
De bezetter is niet Israël, de bezetter is het Moslim broederschap. Hamas maakt daar onderdeel van uit en ook Islamitische Jihad. Maar dat niet alleen ook de “burgers” gaven grotendeels hun goedkeuring aan de slachtpartij van 7 Oktober. Gaza is als Sodom en Gomorra. De geest van Amalek is nooit weggeweest. De bezetter, hamas, heeft het Joodse volk al heel lang verdrukt met duizenden raketten en terreur daden. En nu houdt het onschuldige burgers vast in verschrikkelijke omstandigheden.
Zij zullen roepen, smeken om hulp, net zoals het volk in Egypte. Als wij onze broeder Israël zo zien lijden dan kunnen wij in ons gebed achter hen staan. Laten wij onze smeekbeden richten tot de Hoop van Israël, Jezus, de Zoon van God. Opdat Hij luistert en hen verlossing schenkt. En dat in dit alles zoveel mogelijk mensen mogen weten wie de Messias is, ook de Arabieren in gaza. Elk mens is van nature slecht en we hebben allemaal het bloed nodig van het Lam om rechtvaardig voor God te verschijnen.
Israël is nog steeds Zijn eigendom en dat zal altijd zo blijven (Jeremia 31:35-36). Dat verloochenen, is het verloochenen van Gods karakter. Laten wij bidden dat Zijn volk uit de ijzeroven mag komen. Op Zijn tijd zond God, de Ik Ben, Zijn dienstknecht Mozes om het volk uit te leiden. God zond Zijn verlossing, laten wij bidden dat Hij dat ook nu doet. Jezus roept ons op te zorgen voor de minste van Zijn broeders. Laten wij hun onvoorwaardelijke liefde bewijzen. Ook wij waren allemaal zonder Christus, de Rabboeni. Maar wij hebben Christus aanvaard. De Jood Jezus, het heil is uit de Joden zoals onze Rabbi zelf zei.
Gods ogen zijn open en zij gaan over de hele aarde. Niets ontgaat Hem en Hij zal recht verschaffen, Hij zal niet zwijgen om Sions wil. De toekomst is mooi want meer dan de tempel is op deze aarde geweest (Mattheüs 12:6). En Hij komt terug, Yeshua Hamashiach, Maranatha!
Comments