Jeruzalem, Jeruzalem, u die de profeten doodt en stenigt wie naar u toe gezonden zijn! Hoe vaak heb Ik uw kinderen bijeen willen brengen, op de wijze waarop een hen haar kuikens bijeenbrengt onder haar vleugels; maar u hebt niet gewild! Zie, uw huis wordt als een woestenij voor u achtergelaten. Want Ik zeg u: U zult Mij van nu af aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de Heere! Mattheüs 23: 37-39 HSV
Dit zegt Jezus aan het einde van zijn wee over de Farizeeën. Hij spreekt deze woorden tegen de menigte en tot zijn discipelen (vers 1). Zijn woorden zijn deels vervuld. Het huis is een woestenij geworden. Er kwam een vorst en deze heeft de tempel en de stad ten gronde gericht en die vorst kwam uit de Romeinen. De profeet Daniël had hier al een profetie over opgeschreven (Daniël 9:26). De dag moet nog komen dat zijn broeders zullen zeggen: “Gezegend is Hij.”
De tijd die gaat komen, Jakobs benauwdheid, wordt door Jezus nogmaals verkondigd als Hij onderweg is om gekruisigd te worden (Lukas 23:27-32). Israël heeft nu benauwdheid maar dat is niets in vergelijking met de benauwdheid die nog gaat komen. En ik zie nu al christenen kritiek hebben, Israël veroordelen en een hoogmoedige houding aannemen. Als dat nu al is, hoe zal dat dan straks zijn? Het zegt nogal wat als Jezus zegt dat ze niet om Hem moeten huilen, maar om henzelf en over hun kinderen. Dat zijn de woorden van de Zoon van God. Het geeft aan hoe erg en ontzettend moeilijk deze tijd zal zijn voor Israël, voor de dochters van Jeruzalem.
Wij leven in een tijd dat Jeruzalem weer herbouwd is. Het is een hele bijzondere tijd. Ongeveer 1900 jaar is er een tijd geweest dat er geen Israël was en Jeruzalem een verlaten plek was. Israël is weer een land en de gemeente van Christus leeft in dezelfde tijd als Israël. Het is belangrijk om te beseffen dat deze woorden uit Mattheüs 23 naar Zijn broeders zijn gericht, maar dat betekent niet dat een gemeente van Christus gevrijwaard wordt. In het laatste Bijbelboek, de Openbaring vinden we onder andere de volgende teksten:
Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik spoedig bij u en zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, als u zich niet bekeert. Openbaring 2:5 HSV
Maar omdat u lauw bent en niet koud en ook niet heet, zal Ik u uit Mijn mond spuwen. Want u zegt: Ik ben rijk en steeds rijker geworden en heb aan niets gebrek, maar u weet niet dat juist u ellendig, beklagenswaardig, arm, blind en naakt bent. Openbaring 3:16-17 HSV
Jezus kan de kandelaar wegnemen en als dat gebeurt wordt een gemeente aan haar zelf overgelaten. En als Jezus je uitspuugt dan heb je geen deel meer aan Hem. In zijn ogen ben je arm en naakt. Er is niets verzameld in de hemel, geen enkele schat, er is niets wat Hem kan eren terwijl je toch alle kans had om Hem te eren. De gemeente van Christus is zeer bevoorrecht. We hebben zowel het 1e als het 2e Testament, we kennen de Ware Messias en we hebben de Heilige Geest ontvangen. De belofte voor het Joodse volk geldt ook voor ons, de heidenen.
Jezus zegt wie veel gegeven is zal ook veel van gevraagd worden en aan wie veel toevertrouwd is zal men des te meer eisen (Lukas 12:48). Aan de gemeente is veel toevertrouwd. Het is een grote verantwoording. En om een gemeente te leiden is onderscheid en de liefde van God nodig (Romeinen 5:5). De gemeente van Efeze had onderscheid (Openbaring 2:2) maar ze had de eerste liefde niet meer. De gemeente van Laodicea had helemaal geen onderscheid omdat ze niet haar arme staat besefte. Het hoogste van alles is de liefde. Dat was bij Israël zo (Deuteronomium 6:5) en bij ons. De liefde is de bron en die liefde is niet van onszelf maar van de Heilige Geest. En die liefde is niet een liefde van de wereld maar liefde naar God. Dat je Hem wilt volgen, dat je Hem op de 1e plaats zet in je hart en in je wandel. En vanuit die liefde komt de liefde naar de naaste. Dat is niet de liefde van de wereld want dan kan het Woord niet zeggen, heb de wereld niet lief, het is een liefde die veel verder en dieper gaat. Het is de liefde die de dood overwon, kijk maar naar Jezus Christus, de Zoon van God.
Als je merkt dat de liederen geen kracht hebben, de prediking niet binnenkomt, de mensen niet veranderen naar Gods beeld, dan weet je hoe laat het is. De kandelaar is weg, de eerste liefde is weg. En in die staat spuugt Jezus je uit. Dat klinkt hard maar het gaat niet om wat ons gehoor streelt, het gaat om God alleen. Zijn Naam dient verhoogd te worden omdat Hij God is, Hij alleen. Je moet beoordelen, je moet scherp zijn in een gemeente. Juist in de gemeente omdat daar de strijd het hevigst is. Er moet onderscheid zijn om te zien of het zuiver is of onzuiver. Als je dat namelijk niet doet, heb je deel aan een macht die niet zuiver is, en door wie je overmeesterd wordt, diens slaaf ben je (2 Petrus 2:19).
Wij zondigen allemaal en er kunnen dingen misgaan in een gemeente. Dat betekent niet gelijk het einde, de kandelaar is dan niet gelijk weg. Maar als er volhard wordt en er geen enkel inzicht is in de geestelijke strijd, dan is een gemeente een makkelijk slachtoffer en zal de gemeente vallen en er zal geen kracht meer van uitgaan. De vijgenboom is een vijgenboom. Hij ziet eruit als een vijgenboom, maar hij draagt geen vrucht. En de dood doet zijn intrede (Mattheüs 21:19). Een gemeente kan er uitzien als een gemeente maar helemaal geen gemeente meer zijn. Het is een ernstige waarschuwing voor onszelf en de gemeente maar nogmaals ons is heel veel gegeven uit genade net zoals Israël. Jezus zal terugkeren tot Israël en als wij onze zonden belijden en ons bekeren zullen wij bevrijd worden en zal Hij ook tot ons terugkeren. Dan kunnen wij inderdaad zeggen: “Gezegend is Hij die komt in de Naam Des Heren!”
Comments