Toen Mozes zag dat het volk losgeslagen was – want Aäron had het losgelaten – tot leedvermaak van hun tegenstanders, ging Mozes bij de ingang van het kamp staan en zei: Wie bij de HEERE hoort, moet bij mij komen. Toen verzamelden al de Levieten zich bij hem. Exodus 32: 25-26 HSV
In de gemeente hebben wij te maken met scheuringen en dat was ook bij Israël geen uitzondering. Ook dat bewijst dat Gods Woord waar is (2 Timotheüs 3:1) Het gouden kalf was gemaakt en Aäron maakte dit gouden kalf. Hij bleef niet trouw aan de woorden van God. Hij ging mee voor de zogenoemde "lieve vrede”. Aäron deed heel vroom door met het bouwen van het altaar voor het kalf te roepen: “Morgen is er een feest voor de HEERE!” (Exodus 32:5). Een afgod werd ervoor als aanleiding gebruikt. Dat er geen vermenging kan bestaan blijkt wel uit Mozes zijn reactie en Aäron begint te wijzen. Dit gebeurt niet alleen bij Aäron en Adam, ook in de gemeente van Christus.
Je ziet een belangrijke toevoeging bij deze tekst, tot leedvermaak van hun tegenstanders. Doordat Aäron dit deed werd de Naam van God te schande gemaakt. God had Zijn machtige hand laten zien in Egypte en bij de Schelfzee. Toegeven aan datgene wat niet van God is, is tot smaad van Zijn Naam. En het wordt van kwaad tot erger. De stenen tafelen werden gebroken en de afgoderij werd bitter voor het volk omdat ze het water moesten drinken (Exodus 32:20). God werd ingeruild voor wat geen goden zijn en ze gaven deze afgoden de eer voor hun bevrijding (Exodus 32:4).
Er kwamen 3000 man om (Exodus 32:28), zo werden zij die niet deugden uit het midden van het volk weggedaan (1 Korinthe 5:13). Dit klinkt misschien hard maar God duldt geen vermenging of rebellie tegen Hem. God stond op het punt Zijn wet te overhandigen door zijn middelaar Mozes. Later zou er een Middelaar komen met een beter verbond. En Hij vervulde dat verbond. Hij kwam niet om de Wet af te schaffen maar om die te vervullen. Hij is de Zoon van God, Jezus de Christus.
In een gemeente kunnen de volgende dingen aanwezig zijn in deze chronologische volgorde: manipulatie, intimidatie en dominatie. Het volk intimideerde Aäron en uiteindelijk werd God aan de kant geschoven en domineerde het gouden kalf. De mens wil zijn eigen goden hebben, dat geldt net zo goed voor de heiden als de Jood. Mozes was waakzaam en de Levieten sloten zich bij hem aan. Diezelfde waakzaamheid is nodig in de gemeente van Christus. Daarmee zeg ik niet dat we moeten doen wat Mozes zei. Maar het is wel nodig om hen die niet deugen uit ons midden weg te doen. Als dat nodig is en wanneer en hoe is niet toe te passen door onze wijsheid maar door de Heilige Geest.
In de gemeente van Christus willen we geen narigheid, we willen vrede. Maar daarmee bereiken we juist het tegenovergestelde. Ik zag laatst een uitspraak van A.W. Tozer voorbij komen en die trof me, hij zei het volgende: “Moderne religie focust zich op het vullen van kerken met mensen. Het echte Evangelie focust zich op het vullen van mensen met God.” De vrede waar mensen naar zoeken hoeft niet per definitie de vrede van God te zijn. Soms moet je moeilijke keuzes maken om met een groep verder te gaan die wel voor de Here kiest net zoals de Levieten deden bij Mozes. Eenheid is goed, maar alleen door de Heilige Geest. Met hen die de Geest niet hebben of niet vervuld zijn van de Heilige Geest is het niet fijn toeven. Je gaat merken dat de letter doodt en dat hier al snel manipulatie en intimidatie om de hoek komt kijken.
Wij zijn allemaal geroepen om voor Hem te leven. Niet om Zijn Naam ijdel te gebruiken maar om onszelf te verloochenen en Hem te eren, die ons heeft vrijgekocht door Zijn dood aan het kruis en Zijn opstanding uit het graf. We leven niet om de lieve vrede te bewaren maar om Jezus geboden te bewaren. We gaan langzaam maar zeker naar het einde toe. De geest van de antichrist wordt steeds meer zichtbaar, we zien de tekenen van de tijd die Jezus heeft voorzegd voor ons gebeuren. En Gods Woord is duidelijk:
En hij zei tegen mij: Verzegel de woorden van de profetie van dit boek niet, want de tijd is nabij. Wie onrecht doet, laat hij nog meer onrecht doen. En wie vuil is, laat hij nog vuiler worden. En wie rechtvaardig is, laat hij nog meer gerechtvaardigd worden. En wie heilig is, laat hij nog meer geheiligd worden. Openbaring 22:10-11 HSV
Dat onze lampen brandende mogen blijven omdat we de Heilige Geest niet uitgedoofd hebben. Dan kunnen we binnenkomen met onze lampen. De tijd is nabij werd Johannes gezegd ongeveer 2000 jaar geleden. We zijn dichter bij Zijn komst. Laten wij daarom vasthouden aan Jezus en Zijn woorden. Mozes was een man Gods, hij hield vast. Het leek allemaal hopeloos, zelfs in het overgrote deel had God geen welgevallen (1 Korinthe 10:5). Mozes wist dat het volk af zou wijken (Deuteronomium 31:29). Waarom dan toch al die moeite? Hij mocht zelf het beloofde land niet in. Al die jaren in de woestijn? En hoe zat het met Jezus?
Verloochend door Petrus die toch bereid was met Hem te sterven. Verraden door 1 van zijn eigen discipelen. De zijnen hadden Hem niet aangenomen. De Priesters en Farizeeën gaven Hem over aan de Romeinen om Hem te kruisigen. Menselijkerwijs lijkt het allemaal mislukking en falen. Maar God ziet zoveel verder dan dat. Jezus wist dat Hij door Zijn volmaakte offer, door Zichzelf te geven, dat Hij de Schepping weer met God kon verzoenen. Door Hem kunnen wij zeggen dat wij kinderen Gods zijn. Wij zullen voor eeuwig bij onze Vader zijn en wij zullen bij het Lam zijn waar Hij ook gaat. De toekomst is vol van hoop en liefde. We hebben niets te vrezen, als we naar het einde gaan, mogen we uitzien naar onze bruidegom. Want alleen Hij geeft echte vrede, niet die van de wereld, niet een gemaakte vrede onder Zijn Naam, maar echte Vrede in de Naam van Jezus Christus, onze Here.
Opmerkingen