Hij moet wassen, ik moet minder worden. Johannes 3 vers 30
Johannes de doper was de Elia die komen zou. Hij riep op tot bekering en zei dat het Koninkrijk der Hemelen nabij is gekomen (Matteüs 3 vers 2). Jezus, die de Christus is, kwam en verkondigde dit koninkrijk. In Marcus 9 vragen de discipelen de Here Jezus waarom de Schriftgeleerden zeiden dat Elia eerst moest komen? De discipelen kenden de schriften en wisten wel degelijk de rol van Elia. Onderwijs uit de Thora was en is nog steeds belangrijk voor het Joodse volk. De discipelen vroeg dit omdat zij net de verheerlijking op de berg hadden gezien en daar naast Jezus ook Mozes en Elia zagen.
De Here Jezus legt vervolgens uit dat Elia is gekomen en dat ze met hem gedaan hebben zoals zij wilden. Johannes is onthoofd. Elia moest komen om het hart der vaderen terug te voeren tot de kinderen en hart van de kinderen tot de vaderen (Maleachi 4 vers 6). Dat moest omdat anders de Here Jezus zou komen en het land zou treffen met de ban. De tekst in Maleachi is bekend maar ook in Lucas wordt er verteld over de Elia die komen zou.
Want hij [Johannes] zal groot zijn voor de Here en wijn en sterke drank zal hij niet drinken en met de heilige Geest zal hij vervuld worden, reeds van de schoot zijner moeder aan, en velen der kinderen Israëls zal hij bekeren tot de Here, hun God. En hij zal voor zijn aangezicht uitgaan in de geest en kracht van Elia, om de harten der vaderen en de ongehoorzamen tot de gezindheid der rechtvaardigen, ten einde voor de Here een weltoegerust volk te bereiden. Lucas 1 vers 15 tot en met 17
Dit zegt de engel Gabriël tegen Zacharias en omdat hij het niet geloofde bleef hij stom tot de geboorte van Johannes. Vervolgens werd Zacharias vervuld met de heilige Geest en profeteerde en zei onder andere dit:
En gij, kind zult een profeet des Allerhoogsten heten; want gij zult uitgaan voor het aangezicht des Heren, om zijn wegen te bereiden, om aan zijn volk te geven kennis van heil in de vergeving hunner zonden, door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmee de Opgang uit de hoogte naar ons zal omzien, om hen te beschijnen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om onze voeten te richten op de weg des vredes. Lucas 1 vers 76 tot en met 79
Dat wat de Farizeeën en Schriftgeleerden niet konden omdat zij hun eigen gerechtigheid het belangrijkste vonden werd door God gedaan door Johannes. Stel dat Johannes niet was gekomen en deze 2 teksten niet waren opgeschreven uit Lucas dan klopt het inderdaad wat er staan in Maleachi dat de Here het land zou treffen met de ban. De ban is het vernietigen of uitsluiten. Uitgesloten zijn van God is het ergste wat er is. God voorzag in de Elia die komen zou. Een man die opriep tot bekering en vergeving van zonden. Een volk apart gezet, heilig voor de Here. Deze mensen zouden later ook discipelen worden van de Here Jezus.
Johannes leek ook qua kleding op Elia. Hij had een lederen gordel en ook een haren kleed net zoals Elia. Je ziet dat God heel duidelijk is en dat degene die God liefhebben dit begrepen of het uitgelegd kregen zodat ze het begrepen, zie de discipelen na de verheerlijking op de berg. Dat was hun, de discipelen gegeven.
De Elia is gekomen en heeft datgene gedaan wat gedaan moest worden. Ze hebben met hem gedaan en ook hierin staat een slaaf niet boven zijn Heer. Onze Here Jezus was onschuldig en zijn dienaar Johannes ook. Terug naar de titel, "Hij moet wassen, ik moet minder worden", Johannes 3 vers 30. Dit zegt Johannes nadat hij hoort dat allen tot de Here Jezus gaan en niet meer tot Johannes. Johannes zijn reactie is prachtig. Hij is een vriend van de bruidegom en hij reageert met blijdschap op wat hij ziet. De Here Jezus zijn tijd was gekomen. Johannes zijn vlees zijn eigen ik stonden niet overeind maar de Geest die in Hem was. De Here Jezus kwam uit de hemel en is boven allen, vers 32. Johannes zegt dat wie het getuigenis van de Here Jezus aanneemt bezegeld, dat God waarachtig is. Doe je dit niet dan zeg je dat God niet waarachtig is en daarmee krijgt God een plaats in jouw leven die niet de juiste plaats is, omdat het niet de hoogste plaats is. De toorn van God over de zonden blijft op je omdat je niet wil buigen voor God en zijn Zoon.
Als je niet buigt voor God wast Hij niet en word jij niet minder. Je blijft onveranderlijk en je hebt geen plaats bij God en dat is geen echt leven. Als je je hart aan Gods Zoon, de Here Jezus geeft, komt hij in jouw hart om daar niet meer weg te gaan. Je bent behouden en nu is het vanuit een verlangen dat God de Vader in je legt belangrijk om meer en meer op jouw Meester, de Here Jezus te gaan lijken. Als je op de Here Jezus wilt lijken is het belangrijk om stille tijd te nemen. Dat betekent zijn Woord te lezen maar ook te bidden en Hem te prijzen. Daarmee krijgt de Heilige Geest meer ruimte en wordt jouw zondige natuur, jouw vlees steeds minder.
Dat vlees, je zondige natuur, die door de zondeval in je is, wil niet minder worden, het wil wassen en alles in hand houden. Zolang dat zo is kan Gods tegenstander de boze in jouw zijn gang gaan. Het wassen begint in eenvoudige dingen. Niet boos worden als iemand boos op jou wordt. Niet altijd wat terug willen zeggen, ook al is het een grap. Je tijd met de Here Jezus zoeken, bedenken wat Gods wil is. Het zijn allemaal activiteiten die ervoor zorgen dat je Hem beter leert kennen en meer op Hem gaat lijken. Het gevolg daarvan is dat anderen het ook zien. Mensen zien dat het echt is maar ook dat je anders bent. Voor sommige tot aanstoot voor anderen een lieflijke geur. Gods liefde is in ons waardoor we ook van harte kunnen vergeven. Ja dat kan van harte. Gods macht is grenzeloos. Menselijk kracht is groot maar het valt in het niet bij Gods almacht.
Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer: dit is uw redelijke eredienst. En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. Romeinen 12 vers 1 en 2.
Stel je je vlees, je lichaam niet tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer dan heb je ook geen deel aan de barmhartigheden Gods. Levend betekent dat je open staat voor God door de Heilige Geest. Heilig betekent het anders zijn dan anderen, leven zoals God dat wil. Daarmee ben je welgevallig omdat God het werk dat hij in jouw doet en heeft gedaan nooit afwijst.
Doordat je anders bent verzuim je het wereldse denken en ga je denken en kijken zoals God dat wil. Daarmee leer je te erkennen wat Gods wil is en dat is altijd welgevallig en volkomen en goed. Graag sluiten we af met de volgende tekst.
Verzamelt u geen schatten op aarde, waar mot en roest ze ontoonbaar maakt en waar dieven inbreken en stelen; maar verzamelt u schatten in de hemel, waar noch mot noch roest ze ontoonbaar maakt en waar geen dieven inbreken of stelen. Want, waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. De lamp van het lichaam is het oog. Indien dan uw oog zuiver is, zal geheel uw lichaam verlicht zijn; maar indien uw oog slecht is, zal geheel uw lichaam duister zijn. Indien nu wat licht in u is, duisternis is, hoe groot is dan de duisternis! Niemand kan twee heren dienen, want hij zal of de ene haten en de andere liefhebben, of zich aan de ene hechten en de andere minachten; gij kunt niet God dienen en de Mammon. Mattëus 6 vers 19 tot en met 24.
Comments