Kolossenzen 3 vers 13 en 14: Verdraagt elkander en vergeeft elkander, indien de een tegen de ander een grief heeft, gelijk ook de Here u vergeven heeft, doet ook gij evenzo. En doet bij dit alles de liefde aan, als de band der volmaaktheid.
Hier staat nogal wat. Een moeilijke opdracht en hele belangrijke opdracht. Een mens is van nature niet vergevingsgezind. Kwaad behoort met kwaad vergolden te worden. Dat kan geweld op geweld zijn of met je mond. Je krijgt een vervelende opmerking naar je hoofd en je dient daar direct op te reageren. Dit zie je dagelijks in het verkeer, dit komt misschien wel bekend voor. Laten we eens naar een bijbels voorbeeld kijken.
Lucas 9 vers 51 tot en met 56: En het geschiedde, toen de dagen van zijn opneming in vervulling gingen, dat Hij zijn aangezicht richtte om naar Jeruzalem te reizen, en Hij zond boden voor Zich uit. En zij gingen heen en kwamen in een dorp der Samaritanen om alles voor Hem gereed te maken. En zij ontvingen Hem niet, omdat zijn aangezicht gericht was naar Jeruzalem. Toen de discipelen Jacobus en Johannes dit bemerkten, zeiden zij: Here, wilt Gij, dat wij zeggen dat vuur van de hemel zal nederdalen om hen te verteren? Doch hij keerde Zich om en bestrafte hen. En zij gingen naar een ander dorp.
Vuur uit de hemel is wel ergens op gebaseerd. Jacobus en Johannes kende het verhaal uit 2 Koningen 1 vers 9 tot en met 15. Elia werd gesommeerd af te dalen en vuur verteerde de boden die hem kwamen halen. De laatste overste was slim en wist met wie hij te maken had. Deze had zijn leven als buit en nog belangrijker hij vreesde God. Jacobus en Johannes wisten waarschijnlijk heel goed wat Jezus gezegd had in Mattheüs 12 vers 6: "Meer dan de tempel is hier." Ze wisten wie Jezus was en zo behandel je de Here niet. Dit klinkt vroom maar het kenmerkt niet het karakter van de Here Jezus. Hij was vol van liefde en dat was iets wat ook zijn discipelen moesten leren. Bestraffen is dus om hen iets aan hun verstand te brengen.
Wijzen wij de Here Jezus af of hebben we dat gedaan voordat we de Here Jezus leerde kennen? Als dat zo is, is het zacht gezegd onverstandig want je blijft van God verwijderd, maar God is lankmoedig. Je kan de Here Jezus ook afwijzen als je Hem al kent. Door ongehoorzaam te zijn zet je dit in werking. Als dat het geval kan de Here dit heel goed aan je verstand brengen. Wordt dan niet ongezeglijk maar buig je en keer terug tot de Heer.
De liefde is iets moois, sterker nog het is de band der volmaaktheid zoals in Kolossenzen staat. Is dat dan dat je altijd lief moet zijn ook naar iemand die je kwaad doet? Nee dat wordt hier niet bedoeld. Wat er staat is dat je naar je broeders en zusters in de gemeente of andere gemeenten niet kwaad met kwaad moet vergelden. Een grief is een klacht, een ergernis, een kwelling of een krenking. Vergeet niet dat de Here Jezus u alles vergeven heeft of wilt vergeven zodat u een kind van Hem kan worden. Als de volmaakte Zoon van God dus u als zondaar alles wil vergeven en ook de misstappen die u heeft begaan waarom zou u uzelf dan boven de Zoon stellen door wel een grief te hebben? Dat is dwaas en pure hoogmoed.
De Here Jezus helpt u. Laten we eens kijken naar een tekst in Romeinen 5 vers 5.
Romeinen 5 vers 5: en de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest,
De Here geeft ons de liefde in onze harten. Wij moeten daarnaar haken, die zoeken en vervolgens in de praktijk brengen. Mensen die de Here niet kennen mag u van harte vergeven. Kinderen van de Here net zo. U doet dan 2 dingen. U zet de ander vrij en uzelf. Uzelf omdat u geen bittere wortel laat opschieten. Die ander zodat u zich niet verheft boven die ander. Dat is goed voor u en degene die vergeven moet worden. Weet dat de Here alles ziet en Hij doet wat goed is met zijn kinderen. En in tegenstelling tot een vader of moeder ziet de Vader alles en Hij vergist zich nooit.
Nog even over het oordelen. Paulus beschrijft heel goed hoe dit zit vanuit de Here. Dit kunnen we lezen in Romein 2 vers 1 tot en met 11. Laten we vers 1 tot en met 4 uitlichten.
Daarom zijt gij, o mens, wie gij ook zijt, niet te verontschuldigen, wanneer gij oordeelt. Want waarin gij een ander oordeelt, veroordeelt gij uzelf; want gij, die oordeelt, bedrijft dezelfde dingen. Wij weten echter, dat het oordeel Gods onpartijdig gaat over hen, die zulke dingen bedrijven. Wij weten echter, dat het oordeel Gods onpartijdig gaat over hen, die zulke dingen bedrijven. Rekent gij wellicht hierop, o mens, die oordeelt over hen, die zulke dingen bedrijven, en ze zelf doet, dat gij het oordeel Gods ontgaan zult?
Als je oordeelt geef je aan dat jij niet doet wat die ander wel doet. Veroordeel je mensen die de Heer niet kennen? Dan doe je iets onverstandigs. Mensen zonder kennis, hoewel ze met hun verstand door de schepping God kunnen zien, weten toch niet beter. Ze werken met het abc van de wereld. Daarom mag u uzelf nooit verheffen boven die ander. Was u immers ook niet in de wereld? Veroordelen maakt dat je jezelf verheft. En als u zelf lerende bent bij de Here Jezus hoe kunt u dan een andere leerling veroordelen? Het is een zinloos tijdverdrijf en het is niet ter opbouw.
Maar beoordelen is iets heel anders. Dat is ontzettend belangrijk omdat u anders nooit iets kan onderscheiden. In Efeziërs 4 vers 11 tot en met 15 lezen we hierover.
En Hij heeft zowel apostelen las profeten gegeven, zowel evangelisten las herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen de eenheid des geloofd en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus. Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder invloed van allerlei wind en leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elke opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.
Hier lezen we de enorme verantwoordelijkheid van voorgangers en verantwoordelijken in een gemeente Gods. Als ze hun taak niet volbrengen rusten ze heiligen niet toe tot dienstbetoon en daarom wordt het lichaam van Christus niet opgebouwd. Maar wij dienen zelf Gods Woord te lezen, een gemeente te bezoeken waar wij opgebouwd worden, allemaal om ons op te bouwen. En dat opbouwen zorgt voor een aanwas in kennis. Een aanwas in het vermogen om te vergeven maar ook om te beoordelen. Doen wij dat niet dan worden op en neder en heen en weder geslingerd. De schapen horen dan naar meer dan 1 stem. Mensen zijn vals van nature. In dit geval willen deze mensen dat de volgelingen van Christus niet Christus zelf volgen maar de valse mensen. Ze vleien, hebben een schijn van godsvrucht maar van binnen zijn zij vol ellende.
Paulus was vol van de liefde van de Here Jezus. Voor de heiden als de Jood. Hij heeft honger geleden, schipbreuk, heeft martelingen doorstaan, is in doodsgevaar geweest en toch boven alles wist hij wat het belangrijkste was. De liefde van God die gedeeld werd. Hij diende de Here Jezus met alles wat in hem was. Geen eigen werken maar hij was erop gebrand Gods werken te doen opdat de Vader verheerlijkt werd (Matteüs 5 vers 16). Maar Paulus zei wel waarop het stond. En hij bracht zaken in het licht. Dat is niet de liefde zoals de wereld die kent maar zoals de Heer die kent. Een voorbeeld lezen we in het verhaal van de gevangenbewaarder van Filippi. Paulus en Silas werden gegeseld en in de gevangenis gegooid. Er gebeurde een wonder en de volgende dag werden Paulus vrijgelaten. Maar Paulus zij het volgende in vers 37.
Maar Paulus zeide tot hen: Zij hebben ons, hoewel wij Romeinen zijn, zonder vorm van proces in het openbaar gegeseld en in de gevangenis gezet, en willen zij ons nu er ongemerkt uitzetten? Geen sprak van; laten zij zelf komen en ons eruit leiden.
Er wordt hier zonder vrees een uitspraak gedaan. Er was geen vrees voor het valse spel der mensen. Dit is geen kwalijk nemen of verbittering. Dit is vanuit Gods wijsheid laten zien hoe je mondig kunt zijn zonder liefdeloosheid in werking te stellen. Het staat of valt allemaal met de wijsheid van God. En het kennen van God is het begin van de wijsheid. Daarom is het zo belangrijk Gods Woord te lezen. Het in de praktijk te brengen. En door Gods liefde in de praktijk te brengen en te vergeven komen wij steeds meer in aanraking met de kracht Gods. En die is onbegrensd en het is werkelijk heerlijk om hier deel aan te hebben voor een ieder.
Comments